Reflecties
Hoofdzakelijk bedoeld voor Vives.
3/14/2017 0 Reacties reflectie 3Ik gaf mijn eerste les in het 5e leerjaar vorige week dinsdag. Het onderwerp van de les was ‘een kommagetal vermenigvuldigen met een geheel getal: cijferen’. Ik was aangenaam verrast door de snelheid waarmee ik de les kon geven. Er gaat opvallend minder tijd verloren met het vertalen, omdat ik het gevoel had dat de leerlingen al enkele dingen meepikten tijdens mijn Engelse uitleg. Ik was dan ook tevreden van mijn les omdat ik alles heb kunnen doen wat ik had gepland en de leerlingen de werkwijze begrepen. Toch vielen me grote verschillen op tussen de leerlingen op vlak van de Engelse taal. Heel wat leerlingen doen hun best om in het Engels terug te antwoorden, terwijl ik dit zeker niet verwacht, maar andere leerlingen begrijpen niets van wat ik zeg. Ik voelde dat ik een tempo hoger schakelde dan in het 2e leerjaar, maar ik zal tijdens mijn volgende les ook rekening moeten blijven houden dat niet iedereen Engels begrijpt of spreekt.
Na mijn les stond onze activiteit voor Women Day gepland (5.1 Zijn vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen). We gingen de laatste 40 minuten van de voormiddag enkele spelletjes spelen op de speelplaats rond gelijkheid tussen jongens en meisjes. Onze studenten waren hier allemaal van op de hoogte, maar toch kreeg ik niet de toestemming om meteen na het eindigen van mijn les te vertrekken naar beneden. De leerlingen hadden namelijk nog niets in hun werkschrift geschreven over de les van vandaag. We maken de les telkens de dag ervoor samen, we vertalen deze samen en overlopen de stappen door de les voor te tonen aan onze studenten. Toch is het al vaak voorgevallen dat ze tijdens de les zelf vragen om iets op een andere manier te doen, of misschien toch beter enkele oefeningen samen te maken in plaats van individueel… (4.4 Zich flexibel opstellen). Nu moesten de leerlingen dus na mijn les nog alles overschrijven, pas dan kon de activiteit van start gaan. Ook de oefening van mijn inleiding, die eigenlijk vooral diende als context, moest genoteerd worden. Dit duurde enorm lang, en uiteraard werkt niet elke leerling even snel. Iedereen moest dus wachten op elkaar, en nu weet niemand dus of ze het correct hebben overgeschreven want deze boekjes werden niet verbeterd. Achteraf gezien hebben we toch nog een goed spel kunnen spelen waarbij we in onze bespreking hadden over het feit dat jongens en meisjes dezelfde hobby’s en interesses kunnen hebben. Ik hoop de andere geplande spelen nog eens uit te voeren in een sportles (die te snel afgelopen is) of in een vrij uurtje. Het komt hier namelijk vaak voor dat ze een uur lang niets voorzien hebben en dan mogen de leerlingen doen wat ze willen. Als de studenten akkoord zijn, vraag ik om toch iets nuttigs te doen en te improviseren. Ik heb het er namelijk moeilijk mee dat de leerlingen gewoon moeten wachten en toekijken, terwijl de schooldagen hier al heel kort zijn (4 uur les per dag). Ik heb al een Nederlandstalig lied kunnen aanleren en enkele andere nieuwe spelletjes aangebracht, wat leuker is dan de uitleg ‘they are just chilling until break’ (4.6 Creativiteit tonen). Het frustreert me soms dat er, in mijn ogen, weinig efficiënt tewerk gegaan wordt. Ik sta dus in de klas met 3 studenten, die ook stage lopen, en de normale klasleerkracht en ze geven om de beurt een voormiddag les. Er stond eens een leestoets gepland: elke leerling moest om de beurt een alinea voorlezen bij de leerkracht, waarop hij/zij punten gaf. De leerlingen gingen dus één voor één naar de student die op dat moment les moest geven en de andere studenten deden niets en keken toe. Het duurde twee uur vooraleer iedereen (46 leerlingen) zijn leestoets had volbracht, terwijl dit driedubbel zo snel kon gaan moest elke leerkracht in een hoek van de klas enkele leerlingen laten lezen en beoordelen. Ik vroeg aan één van mijn studenten wat de leerlingen moesten doen als ze nog naar de leerkracht moesten gaan; het antwoord was dat ze de tekst moesten lezen. Daarna vroeg ik wat er verwacht werd van de leerlingen die al gelezen hadden bij de leerkracht; maar daar konden ze niet op antwoorden (die waren klaar dus hielden hen wat bezig met de andere leerlingen en waren weeral niets aan het doen). De schooldagen zijn hier al heel kort (4 uur les per dag), maar er gaat heel vaak nog zoveel tijd verloren. Dit is zeker niet de schuld van de studenten, maar de klasleerkrachten zijn het vaak niet anders gewoon. Ik probeer tijdens mijn lessen te laten zien dat de leerlingen het leuk vinden om te oefenen door af te sluiten met een tof spel of hen niet doelloos te laten werken (4 Leerkracht als organisator).
0 Reacties
|
Archieven
April 2017
Categorieën |